Tropische schoonheden zijn de Woonplanten van de maand mei 2016
Exotische vormen, junglekleuren en samengebalde oerkracht komen deze maand samen in drie woonplanten waarmee elke huiskamer een vleugje avontuur krijgt.
Club Tropicana
Met het vakantieseizoen voor de deur bieden tropische planten alvast een voorproefje op zonnige streken. En met de juiste verzorging bloeien ze tot diep in de nazomer, zodat je er ook dan van kunt genieten. Wat alle drie deze schoonheden gemeen hebben, is hun bijzondere kleur, die varieert van zacht en vlammend rozerood tot geel, oranje en roze. De bladeren mogen er ook zijn: van diepgroen en golvend tot pijpenkrullen en fiere lancetten. Het meeste spectaculaire van onder de evenaar, gewoon bij je thuis.
Meer = meer
De aparte bladeren en spectaculaire bloemen van Medinilla, Gloriosa (prachtlelie of klimlelie) en Anigozanthos (kangoeroepoot) hebben veel visuele prikkels te bieden. Dat past goed in de comeback van de vrolijke Memphisstijl van de jaren tachtig, met grafische dessins en speelse zoekplaatjes. En die sluit weer aan bij de huidige gewenning aan de constante flow van online updates en altijd overal mee verbonden zijn. Deze woonplanten geven een energieke en creatieve boost aan een omgeving die al volop in beweging is. Soms is meer gewoon echt meer.
Magnifieke Medinilla
Tussen sierlijk golvende bladeren groeien in hoge bogen vierkante stengels waar grote roze bellen aan komen. En als die opengaan, komt daar weer een tros dieproze bloemetjes uit. Er is dus altijd wat te beleven met Medinilla. Deze majestueuze woonplant staat het best op een zeer lichte plek, maar niet in de volle zon. De plant geeft zelf aan hoe hij zich voelt: worden de bladeren en de knoppen donker tot zwart, dan is de kluit te nat en/of staat te plant te donker. Licht hangende bladeren en knoppen vragen juist om wat extra water. Wie snel bijstuurt, heeft er een schitterende woonplant aan die drie tot vijf maanden kan bloeien.
- Medinilla groeit in het wild in Zuidoost-Azië, de Stille Zuidzee en tropisch Afrika.
- De plant is bekend sinds het midden van de negentiende eeuw, toen hij voor het eerst is beschreven door Engelse verzamelaar J. H. Veitch.
- Op de Filippijnen is de bloem het symbool van Lakapati, de vriendelijke godin van de vruchtbaarheid, die net als Medinilla vele gedaantes heeft.
- Medinilla is door vooraanstaand plantenschrijver Rob Herwig omschreven als ‘de Rolls-Royce onder de woonplanten’, omdat hij zo bijzonder is.
- Gun deze prachtige woonplant een passende standplaats: omdat de bloemen laag hangen, komt Medinilla het best tot haar recht op een hoge plek.
Glamoureuze Gloriosa
Groot, groen en transparant, met aan alle kanten kurkentrekkersliertjes die willen klimmen, in het wild tot wel twee meter hoog. En dan nog de beroemde bloemen: dieprood, knalroze of oranje met saffraangeel. Met lange meeldraden die haaks op de kroonbladen staan en zo lijken te zweven. Gloriosa is niet alleen prachtig om te zien, maar als lelieachtige knol die klimt bovendien een botanische curiositeit. Om deze woonplant mooi te houden, helpt een standplaats in de ochtendzon, Daarnaast moet het gietwater weg kunnen vloeien: een voetbad tast de knol aan. Kies dus een hoge pot waarin de plant op een verhoginkje kan staan en laat de temperatuur niet onder de 16°C komen.
- Van oorsprong komt de plant uit gematigde zones van Afrika en West-Azië.
- Acht weken nadat de plant is uitgebloeid de grond helemaal laten uitdrogen. De plant sterft af, maar maakt nieuwe knollen aan. Op een koele, droge slaapkamer laten overwinteren. In april de nieuwe knollen uit de kluit halen en voorzichtig opnieuw planten. Daar groeit dan een prachtige nieuwe Gloriosa uit.
- Gloriosa staat – hoe kan het ook anders? – symbool voor roem en eer.
- Bijnaam prachtlelie dankt de plant aan de schitterende bloemen. De andere bijnaam klimlelie is geïnspireerd door de krullende ranken die zich makkelijk om iets wikkelen.
- Het is de nationale bloem van Zimbabwe, waar de plant beschermd is en vuurlelie heet: al het leven zou eruit voort zijn gekomen.
Aparte Anigozanthos
Uit een rozet van spitse, smalle groene bladeren groeien vertakte bladloze stengels. In het wild kunnen die wel twee meter worden, maar gekweekte Anigozanthos houdt een hanteerbaar formaat. Bovenaan de stelen groeien grillige buisjes in rood, geel, oranje of roze. Niet één is identiek aan de ander en de buisjes hebben ook nog eens haartjes, zodat ze er fluwelig uitzien. In elke buis zit een bloem die als een waaier met zes bloemblaadjes op de buis staat: apart, decoratief en zo oer als de droomtijd van de Aboriginals. Als woestijnplant staat Anigozanthos graag op een warme, zonnige plek in poreuze aarde die af en toe wat mag uitdrogen: geef liever wat te weinig dan teveel water.
- Anigozanthos of kangoeroepoot komt uit Australië, de bloemen lijken op de voorpootjes van het dier. De roodgroene variant is het bloemembleem van West-Australië.
- De naam Anigozanthos komt van het Griekse ‘anises’ (ongelijk) en anthos (bloem).
- De vorm van de plant bepaalt de symboliek: het is een woonplant die staat voor individualiteit en uniekheid.
- Van de kangoeroepoot zijn sinds 1792 ongeveer twaalf soorten en vijftig cultuurvariëteiten bekend geworden.
Voor meer informatie zie: www.mooiwatplantendoen.nl
Gepubliceerd op: 21 april 2016